In deze aanname zit zeker een kern van waarheid. De cijfers laten echter zien dat dit maar ten dele waar is. Om maar meteen het beeld te bevestigen: ja, er is een bestand van beschikbare technici dat zichzelf actief profileert op de arbeidsmarkt. En ja, deze personen worden door veel intermediairs gevonden. Echter, de meerderheid van de mensen die zoekende is naar een baan is latent werkzoekend. Deze werknemers profileren zich dus niet actief als werkzoekend, maar staan wel degelijk open voor een nieuwe uitdaging.
De cijfers over latent werkzoekenden lopen uiteen, maar met een veilige schatting kom je op 65% van de beroepsbevolking. Sommige onderzoeken stellen zelfs dat 80% latent werkzoekend is. Aardig wat in ieder geval. Om deze stelling te onderbouwen ben ik in onze eigen data gedoken om dit te kunnen bevestigen dan wel ontkrachten.
Binnen Xelvin praten we over ‘procedures’ als een kandidaat op kennismakingsgesprek gaat bij een klant van ons. Van alle procedures die wij hebben gehad in 2017 in de regio Oost Nederland komt een grote meerderheid (72%) voort uit ons netwerk van kandidaten die wij in het verleden gesproken hebben ofwel die direct voortkomen uit dit netwerk. Om hier een beeld van te geven: voor een bedrijf als Xelvin gaat dit om een netwerk van ongeveer 40.000 techneuten. Dit betekent dat ruim een kwart (28%) van de procedures die wij hebben bij onze klanten voortkomt uit nieuwe werving, kandidaten die niet bekend zijn bij Xelvin.
Dit is heel divers. Hierbij kan gedacht worden aan de bekende recruitmentkanalen als Monsterboard en Nationale Vacaturebank. De laatste jaren is LinkedIn ook steeds meer opgekomen als recruitmentkanaal. Het succes van de traditionele ‘vacaturebanken’ loopt echter steeds meer terug. Een techneut met een mooi CV wordt helemaal plat gebeld door partijen die in de welbekende zelfde vijver zitten te vissen. Wij horen dan ook vaak: “Ik heb mijn telefoon maar uitgezet, ik werd helemaal gek gebeld”. Uiteraard, deze kandidaten zijn actief zoekende naar een nieuwe baan, dus de kans dat je hier als werkgever op korte termijn profijt van hebt is groot.
Als je dit echter afzet tegen de grote concurrentie die je als werkgever zult ervaren dan keldert die kansrijkheid zienderogen. Daarnaast loopt het succes van advertenties die op deze sites worden geplaatst terug. Je zou je haast afvragen of je met een vacature in het lokale dagblad niet meer onderscheidend bent. Vandaar dat veel partijen ervoor kiezen de vacaturebank-vijver te verlaten en op te laten drogen.
Om dit te illustreren blijven we bij de beeldspraak van de vijver en de vissen. Wellicht wat bijzonder om het belangrijkste kapitaal van veel bedrijven, het menselijk kapitaal, als vis te bestempelen, maar ik ga het uitleggen
De kern van het antwoord is simpel: als je vis wilt kun je een schep pakken, je eigen vijver graven, voor beplanting, voeding en wat al niet meer zorgen om vervolgens te gaan zitten vissen en wachten tot je beet hebt. Er zijn echter ook legio bedrijven die hier niet zelf in kunnen of willen investeren. Om in de beeldspraak te blijven: zij kiezen ervoor om naar een viswinkel te gaan en de vis te halen die het beste in het menu past. Zij kiezen ervoor om de stap te maken naar Xelvin of een ander bureau dat hen kan helpen hun doelen te verwezenlijken.
Bureaus zetten hun netwerken op, onderhouden die, investeren in corporate branding en werven hier succesvol nieuwe medewerkers mee. Dit is een succesvolle aanpak, maar ook zeker een tijds- en financieel intensieve. Waarbij het verschil tussen die ‘viswinkels’ (lees: intermediairs als detacherings- en W&S-bureaus) zit in de vijvers en rivieren die ze ‘beheren’. De één richt zich op goudvissen, de ander op Koikarpers. Het is absoluut zo dat je daar een vergoeding voor betaalt, net als bij de viswinkel. Het scheelt echter ook een hoop graaf- en voederwerk. En als je er dan toch geld aan uitgeeft, zoek dan de beste visser met de meest unieke vijver die er te vinden is!