Vol trots ga je naar je werk. Je haalt goede cijfers: je loopt voor op de afgegeven omzet- en margeplanning. Daarnaast pak je je verantwoordelijkheid, je werkt hard en je helpt ook nog eens je collega’s succesvol te maken.
Je gaat dan ook vol goede moed het voortgangsgesprek met je leidinggevende in. Hij beaamt dat je output erg goed is. Maar toch krijg je de wind van voren, want in het dashboard staat dat het aantal klantbezoeken niet voldoende is en ook het aantal telefoontjes dat je pleegt is te laag.
Zelf heb ik dit zo letterlijk meegemaakt bij een vorige werkgever. En met mij velen in commerciële functies. Ik kan je zeggen dat dat geen energiegevende voortgangsgesprekken waren. En ik heb me regelmatig afgevraagd wat het nut is van die verplichte inspanningen.
Ieder persoon is anders. Er zijn mensen die het fijn vinden om naast output (omzet en marge) gestuurd te worden op input (inspanningen), om daarmee een stok achter de deur te houden. En er zijn mensen die hier niets voor voelen, die willen puur afgerekend worden op output. Wat is dan goed?
Ik ben zelf nog steeds een voorstander van sturing op output. Maar ik zie ook de voordelen van het vastleggen van je input: hoeveel inspanningen heb je moeten doen om tot die output te komen? Niet om iemand op af te rekenen, maar wel als instrument om slimmer en effectiever te kunnen werken.
Binnen Xelvin zijn wij op dit moment bezig met Business Intelligence. Business intelligence is het continue proces waarmee organisaties op gerichte wijze data verzamelen en registreren, analyseren en de daaruit resulterende informatie en kennis in besluitvormingsprocessen toepassen om de prestaties van de organisatie te verbeteren.
Sturen op output en het gebruiken van business intelligence als instrument om nog beter te worden in je werk dus. Wat dit wel van je vraagt is om data vast te leggen. Als je dit blijft doen kan je in de toekomst op basis van deze data nog betere keuzes maken, die jouw werk ten goede komen en je prestaties wellicht nog verder verbeteren.
Het is belangrijk dat je van te voren weet wat je doel is. Wat je kritieke indicatoren zijn die aangeven of je op de goede weg zit en bij welke waarden je moet bijsturen. Bijvoorbeeld: Mijn doel is van A naar B in 60 minuten. Als ik weet dat dat 60 km rijden is, is mijn kritieke indicator mijn (gemiddelde) snelheid: ik moet gemiddeld minimaal 60 km/uur rijden.
Binnen Xelvin heeft een collega onlangs onderzoek gedaan waar wij de mensen die bij ons komen werken hebben gevonden. Vinden we ze op jobboards, via scholen, uit de krant, op beurzen, via collega’s of op social media?
We hebben een periode vastgelegd waar de kandidaat vandaan kwam. We kunnen zelf inzien hoe dit per regio is. Het resultaat gaf ons inzicht en bewustwording zodat we nu bewuste keuzes kunnen maken: in welk kanaal kunnen we onze tijd het best investeren wanneer we nieuwe kandidaten zoeken?
Mijn vroegere en huidige ervaring hebben me tot de conclusie gebracht dat zowel out- als input belangrijk zijn. Output om op te sturen en input om te gebruiken als instrument om te kunnen sturen op meer efficiëntie en succes in je werk. Zodat je meer tijd overhoudt voor de mooie dingen. En je voortgangsgesprekken energie opleveren in plaats van kosten 🙂